Ik ken je
Muziek en tekst: Delise, Henk Pool
Gedachten in cirkels.
Begin is het eind.
Het bleek leeg te zijn.
De stap is genomen.
Het nieuwe gekomen.
En het oude voorbij.
Ik ken je, Ik ken je, jij bent Mijn geliefde kind.
En Ik, Ik roep je bij je naam.
Ik ken je, Ik ken je, kom en pak Mijn hand.
Want Ik beloof: we zullen samen gaan.
Ik ken je.
Gedachten in cirkels.
Begin is het eind.
Er bleek genade te zijn.
De stap is genomen.
Het Licht is gekomen.
Eindelijk vrij.
Ik ken je, Ik ken je, jij bent Mijn geliefde kind.
En Ik, Ik roep je bij je naam.
Ik ken je, Ik ken je, kom en pak Mijn hand.
Want Ik beloof: we zullen samen gaan.
Door het water met Mij.
Dwars door alles heen.
Beginnen we een nieuwe dag.
Ik zal voor je staan.
Ik zal voor je zorgen.
Ik zal er zijn.
Ik ken je. Ik ken je.
Ik ken je, Ik ken je, jij bent Mijn geliefde kind.
En Ik, Ik roep je bij je naam.
Ik ken je, Ik ken je, kom en pak Mijn hand.
Want Ik beloof: we zullen samen gaan.
Ik ken je.
Nu de trein vertrokken is…
Muziek en tekst: Delise, Rikkert Zuiderveld, Henk Pool
Nu de trein vertrokken is, vraag ik me af waar je bent heen gegaan. Hm.
’T is niet alleen dat ik je mis, maar ik denk ook: kom je toch nog ergens aan? Ergens aan.
Ik heb je al zo lang gekend, ik heb je uitgezwaaid. Het was weer net als toen. Net als toen.
Waar ben jij op dit moment? Met wie ben je en zou je nog steeds hetzelfde doen? Hetzelfde doen.
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
En ik sta hier op het perron en ik heb je nog maar net gedag gekust. Net gedag gekust.
Iemand vraagt me of het gaat. Maar ik hoor mezelf zeggen: “Laat mij maar met rust.” Hm.
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
Je bent toch niet verdwenen? Het is toch niet voorbij?
Dat kan ik niet geloven, want ergens of misschien
is er een stad, een land, een plek waar ik je weer zal zien?
Of is er iets, iets en Iemand?
En heeft het eind dan toch een nieuw begin?
Nu de trein vertrokken is, houd ik me vast aan wat ik nu nog niet kan zien.
De diepte in
Muziek en tekst: Delise, Henk Pool
Je bent geen type dat zomaar wat doet.
En zomaar denkt: komt best wel goed.
Je graaft eerst iets dieper, duikt er echt in.
Wat dieper, steeds dieper.
Vrienden die zeggen: ‘Wat een onzin is dat!
You only live once. Waarom graaf je een gat?
Wat is het nut nou van eerst een fundament?
Hoger is beter.’
Maar jouw huis blijft staan als de stormen komen.
Als de regen valt, gaat het water stromen.
Als de wind heel hard langs de daken raast,
dan zal jouw huis stevig blijven bestaan. Blijven bestaan.
Wie graag wil groeien, moet de diepte in.
Met alle pijn en moeite van een nieuw begin.
Je gaat eerst omlaag en dan pas omhoog.
En hoger, hoger, hoger, hoger.
Je hebt het goed begrepen en heel goed verstaan.
Dapper en geduldig aan het werk gegaan.
Eerst onder de aarde, nu kunnen wij het zien.
Steeds beter en beter.
Ja, jouw huis blijft staan als de stormen komen.
Als de regen valt, gaat het water stromen.
Als de wind heel hard langs de daken raast,
dan zal jouw huis stevig blijven bestaan.
Ja, jouw huis blijft staan als de stormen komen.
Omdat jij de moeite hebt genomen
om te zoeken naar jouw fundament.
Zodat jij vast verankerd bent.
Wil je stevig blijven staan?
Zorg dat je goed verankerd bent.
Verankerd bent. Oh.
Ja, jouw huis blijft staan als de stormen komen.
Als de regen valt, gaat het water stromen.
Als de wind heel hard langs de daken raast,
dan zal jouw huis stevig blijven bestaan.
Je bent geen type dat zomaar wat doet.
En zomaar denkt: komt best wel goed.
Spreid je vleugels ft. De Rechtstaat
Muziek: Delise, Chesron Sminia
Tekst: Michaël Gabriël, Delise, Chesron Sminia
Spreid je vleugels en vertrouw op Mij.
En vergeet niet Wie Ik ben.
Spreid je vleugels en vertrouw op Mij.
En vergeet niet Wie Ik ben.
Durf te zweven, want dat maakt je vrij.
Ik weet wat je nodig hebt.
Michaël Gabriël:
Je hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten.
Ga je lopen over water of dromen over later?
Nee, niet piepen om te springen in het diepe.
Er liggen schatten op de bodem van de krater.
Zie dat angst verdwijnt als jij je vleugels spreidt.
Geen goed gelezen boek blijft kreukelvrij.
Alles wat de Here deed, dat kunnen wij.
Maar wat is de intentie en wie is je hulplijn?
Twijfel niet bij het doen van het goede,
zolang Jezus maar het doel is van je route.
Neem jij per ongeluk een keer een foute afslag,
leidt Hij je terug naar de weg en neemt je last af.
Spreid je vleugels en vertrouw op Mij.
En vergeet niet Wie Ik ben.
Durf te zweven, want dat maakt je vrij.
Ik weet wat je nodig hebt.
Als jij je vleugels spreidt, dan ben Ik erbij.
Ik zal je dragen.
Ik weet dat je altijd zeker weten wilt.
Durf je te vertrouwen, stap voor stap?
Ik laat jou niet los, al ben Ik even stil.
Ga nou maar en vertrouw Me. Vertrouw Me.
Michaël Gabriël, Chesron Sminia:
Wees niet bang voor die reus op je pad.
Wees niet bang voor die breuk in je hart.
Wees niet bang voor die kreuk in je pak.
Ik ben dichtbij (2x)
Michaël Gabriël:
Je hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten.
Maak de juiste keuze, ook als God niets zegt.
Lopen over water of dromen laten varen.
Sla je vleugels uit en de angst vliegt weg!
Spreid je vleugels en vertrouw op Mij.
En vergeet niet Wie Ik ben.
Durf te zweven, want dat maakt je vrij.
Ik weet wat je nodig hebt.
Als jij je vleugels spreidt, dan ben Ik erbij.
Ik zal je dragen.
Het wachten waard
Muziek en tekst: Delise
Ik zit hier al een tijd zo.
Het duurt me veel te lang.
Er zit geen schot meer in de zaak, nee.
Het maakt me moedeloos en bang.
Ik heb gesmeekt in alle talen.
Het bleef zo ijzig stil.
Maar ik zeg: “Heer, Uw plan gaat voor hoe
ik het zelf misschien had gewild.”
Al snap ik dit niet.
Ik wil wachten op U.
Wachten tot U mij de weg weer wijst.
Laat mij toch zien,
hoe ik moet wachten op U.
Wachten tot U mij de weg weer wijst.
Uw wegen zijn altijd, altijd al het wachten waard gebleken.
Ik dacht eerst: ik los het zelf op.
Op mijn manier, op mijn tijd.
Maar ik ben het vechten moe geworden.
Ik geef me over, ik staak de strijd.
Al snap ik dit niet…
Ik vertrouw erop dat U weet wat U doet.
En dat U weet hoe dit nu verder moet.
Laat het zijn zoals U heeft bedacht.
U maakt mij sterk terwijl ik op U wacht.
Al snap ik dit niet…
Goeie dag
Muziek en tekst: Delise, Henk Pool
Buiten komt de zon op, maar ik heb nog geen zin.
Geef me twee minuten voordat het circus weer begint.
Nog even niet denken, laat me nou maar met rust.
Even nog mijn kop in het zand.
Maar dan gaat toch de wekker, zo’n irritant geluid.
Waar zijn nou weer mijn sokken? Ik moet er écht uit.
Ik ben er nu alweer klaar mee. Kan ik weer terug naar bed?
Gaat het nog wat worden vandaag?
Maar wat als ik besluit: dit is een goeie dag?
Ga ik dan zien wat ik iets eerder nog niet zag:
dat ik vandaag als een cadeau beleven mag?
Een goeie dag, een goeie dag.
Het wordt vandaag een goeie dag.
Het wordt vandaag een goeie dag.
Goeie dag, goeie dag.
Al lijkt de dag gewoon, ik kreeg ‘m zomaar voor niets.
Hij werd voor mij gemaakt terwijl ik nog sliep.
Dus ik ga het proberen en ik ga het doen.
Het gaat zeker wel wat worden vandaag.
Want ik besluit: dit is een goeie dag.
Want ik zie iets wat ik eerder nog niet zag:
dat ik vandaag als een cadeau beleven mag.
Een goeie dag, goeie dag.
En ik besef hoe blij ik juist mag zijn
met al die dagen, die dagen die ik krijg.
Zolang ik maar heel dicht bij U blijf: een goeie dag.
Een goeie dag.
Het wordt vandaag een goeie dag.
Het wordt vandaag een goeie dag.
Goeie dag. Een goeie dag.
Om je heen
Muziek: Delise
Tekst: Delise, Elly Zuiderveld
Ik ben bij je.
Al word je meegesleurd
door alles wat er rondspookt in je hoofd.
Ik ben bij je.
Wat er ook gebeurd.
Je weet toch dat Ik jou dat heb beloofd?
Door het water door het vuur.
Ik bescherm je als een muur.
Oh. Ik ga met je mee.
In stormen en getijden ben Ik om je heen.
Oh, om je heen.
Oh, om je heen.
Ik ben bij je.
Midden in de nacht.
Of als je zomaar wandelt langs de zee.
Ik ben bij je.
Als je huilt of lacht.
Dan lach Ik en dan huil Ik met je mee.
Door het water door het vuur.
Ik bescherm je als een muur.
Oh. Ik ga met je mee.
Ik ben altijd bij je.
Ik laat je niet alleen, nee.
Oh. Ik ga met je mee.
In stormen en getijden ben Ik om je heen.
Oh, om je heen.
Oh, om je heen.
Je kunt Mij vertrouwen.
Je kunt op Mij bouwen.
Als een stevig fundament.
Als jij Mij dat toestaat
En je met Mij meegaat.
Zorg ik dat jij altijd veilig bent bij Mij.
Oh. Ik ga met je mee.
Ik ben altijd bij je.
Ik laat je niet alleen, nee.
Oh. Ik ga met je mee.
In stormen en getijden ben Ik om je heen.
Oh, om je heen.
Oh, om je heen.
Oh, om je heen.
Oh, om je heen.
Storm op het meer (Rembrandt)
Muziek: Delise
Tekst: Delise, Elly Zuiderveld
Dit schilderij van Rembrandt…
Ik zie een boot met bemanning.
Ik zie mezelf, ik ben één van hen en bang.
Waarom ligt Hij te slapen?
Waarom hoort Hij mij niet roepen?
Dit schip vergaat en ik grijp de mast.
Houvast.
Heeft U mij nu verlaten?
Breng me weer veilig thuis.
Vanaf het woeste water,
til me er toch bovenuit.
We zijn maar kleine mensen.
We zetten alle zeilen bij.
Grijpen het roer, maar we weten niet waarheen.
Heeft U ons nu verlaten?
Breng ons weer veilig thuis.
Vanaf het woeste water,
til ons er toch bovenuit. (2x)
Dan staat Hij op en Hij vraagt me:
“Waarom vertrouw je niet?
Ik ben de Heer van de golven
en dat maakt het verschil.
Ze luisteren naar Mijn wil.”
En het wordt stil.
U heeft mij niet verlaten.
U brengt mij veilig thuis.
Vanaf het woeste water,
tilt U mij er bovenuit.
U heeft ons niet verlaten.
U brengt ons veilig thuis.
Vanaf het woeste water,
tilt U ons er bovenuit.
Bij U is het goed ft. Lars Gerfen
Muziek en tekst: Delise, Lars Gerfen
De onrust in mij groeit.
Waar gaat dit heen?
Zoveel aan de hand
en ik hobbel maar mee.
Op zoek naar vaste grond,
waarop ik kan staan.
Ik lijk aan bezorgdheid
ten onder te gaan.
Komt het wel weer goed?
Wie zegt het mij?
Dan kijk ik op naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw, Heer,
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Ik kijk omhoog naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Wat er ook gebeurt,
bij U is het goed.
Dat is de rust die ik vinden moet.
Want U bent mijn hoop.
Op U is mijn blik.
Soms voel ik het niet,
maar U bent groter dan dit.
Het komt altijd goed.
U zegt het mij.
Dan kijk ik op naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw, Heer,
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Ik kijk omhoog naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Dan kijk ik op naar U, Vader.
Ik weet dat U mij hier ziet staan.
Ik zie omhoog en vertrouw, Heer, dat U met mij ook weer hier doorheen gaat.
Dat U met mij ook weer hier doorheen gaat.
Dan kijk ik op naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw, Heer,
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Ik kijk omhoog op naar de hemel.
Ik weet daar komt mijn hulp vandaan.
Ik zie omhoog en vertrouw
dat U mijn roepen en smeken verstaat.
Overwinnen
Muziek: Delise
Tekst: Delise, Henk Pool
Zeg eens, weet jij, weet jij waar de zee begint?
Daar in de diepte; weet jij wat zich daar bevindt?
Kun jij bevatten of begrijpen hoe geweldig groot zij is?
En ken jij, ken jij de oorsprong van de wind?
Weet jij hoe zij haar weg steeds weer vindt?
Ze is koppig, eigenzinnig en geen mens houdt haar in toom.
Ik weet toch wie je bent… Ik weet toch wie je bent…
Als Ik de zee kan laten zwijgen en de wind Mij kan verstaan…
Weet dan dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen. Overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen. Overwinnen, winnen, winnen.
Zeg, wie plaatst de bloemen buiten in het veld?
En wie heeft hun blaadjes zo zorgvuldig geteld?
En wie schilderde hun kleuren tot een mooi en groot boeket?
Wie laat de vogels vliegen, hoger dan een mens kan zien?
En wie geeft hun klanken en hun melodie?
Wie geeft ze eten en wie zorgt dat ze veilig zijn?
Ik weet toch wie je bent? Mij is niets onbekend. Oh.
En Ik ben erbij, geef je onrust aan Mij.
Want als Ik de vogels al zo koester en met zorg de bloemen maak,
dan weet je dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen. Overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen. Overwinnen, winnen, winnen.
Ik weet toch wie je bent? En we overwinnen.
Ik weet toch wie je bent? En we overwinnen.
Volbracht
Muziek en tekst: Delise
Ik zeg je, geloof me, er is steeds aan jou gedacht.
Toen jouw hoop leek vervlogen, werd nog steeds op jou gewacht.
Het vallen en opstaan, ja, en dat proberen, lijkt een eindeloze strijd.
Maar ik zeg je, geloof me, jij bent allang bevrijd.
Kijk niet terug, maar pak die uitgestrekte hand.
Het is al genoeg als je stilstaat en ontvangt.
Kijk niet terug naar wat niet lukte telkens weer.
Je hoeft het niet alleen te doen, leg het voor Zijn voeten neer.
Geloof me, ik zeg je, er is steeds aan jou gedacht.
Toen jouw hoop was vervlogen, werd jij nog steeds verwacht.
Ook toen je dacht dat het niet zo was, is er intens van jou gehouden. Eindeloos.
Oeh, voor altijd ben jij bevrijd. Hm.
Kijk niet terug, maar pak die uitgestrekte hand.
Het is al genoeg als je stilstaat en ontvangt.
Kijk niet terug naar wat niet lukte telkens weer.
Je hoeft het niet alleen te doen, leg het voor Zijn voeten neer.
Het antwoord is je al gegeven.
Al voordat je de vraag bedacht.
En je hoeft niet meer, nooit meer op eigen kracht.
Je hebt het gehoord: het is volbracht!
Hm. Kijk niet terug, maar pak die uitgestrekte hand.
Het is al genoeg als je stilstaat en ontvangt.
Kijk niet terug naar wat niet lukte telkens weer.
Je hoeft het niet alleen te doen, leg het voor Zijn voeten neer.
Leg het voor Zijn voeten neer.
Want het is volbracht!
Hoe mooi ft. Marjolein Keijzer
Muziek en tekst: Delise, Marjolein Keijzer
Marjolein:
Deze nieuwe morgen, laat ik me verwonderen
als ik de voordeur achter mij dicht doe.
Het is wat fris hier buiten, ik hoor de vogels zingen.
Vol overgave oefenen ze ’s morgens vroeg.
Oh, hoe mooi.
Delise:
De mist over de velden als deken die weer optrekt
als het eerste zonlicht door de wolken breekt.
De hemel als een kunstwerk, een samenspel van kleuren
dat vol enthousiasme van haar Schepper spreekt.
Oh, hoe mooi.
Beiden:
En opeens overvalt me de gedachte:
dat U alles zorgvuldig heeft gemaakt.
Oh, hoe mooi
Marjolein:
De zoete geur van bloemen in honderd kleuren bloeiend.
Laat me hier genieten met mijn ogen dicht.
Beiden:
Het ritme van de regen dat neerkomt op de blaadjes
maakt dat mijn hart danst in het morgenlicht.
Oh, hoe mooi
Beiden:
En opeens overvalt me de gedachte:
dat U alles zorgvuldig heeft gemaakt.
Telkens weer laat Uw schepping mij verrassen
als Uw grootheid mij in het kleine raakt.
Oh, hoe mooi.
Marjolein:
En als ik me dan bedenk
dat ook ik Uw schepping ben,
dat U mij heeft gevormd naar Uw beeld…
Delise:
En als ik me dan bedenk
dat ook ik u/Uw schepping ben,
dat U mij heeft gevormd naar Uw beeld,
dan weet ik dat ik wonderlijk, zo wonderlijk gemaakt ben.
Beiden:
Oh, hoe mooi. Oh, hoe mooi.
Marjolein:
Deze nieuwe morgen laat ik me verwonderen
als ik de voordeur achter mij dicht doe.
Verbonden ft. Elbert Smelt
Muziek: Delise, Remy Splinter
Tekst: Delise, Remy Splinter, Henk Pool
Je zoekt en je struikelt, je wankelt, je vecht om toch weer door te gaan.
Je weet het heel zeker, maar dan toch; de twijfel klopt gewoon weer aan.
Als het lijkt of Ik ver weg ben; ga gewoon. En weet: Ik zal er zijn.
Ik zal er zijn, voor eeuwig en altijd.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met jou ben Ik verbonden.
Vertrouw Me net zoals die vogel, zwevend op de woeste wind.
Die gewoon zich mee laat voeren, naar een plek die Ik voor hem bedacht.
Naar een plek waar vrede op hem wacht.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met Mij ben jij verbonden.
Als de morgen angst aanjaagt.
En gisteren doet je nog steeds pijn.
Kijk omhoog en weet: Ik zal er zijn.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je. Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk zijn wij verbonden.
Oh. Verbonden. Oh. Verbonden.
Wees niet bang
Muziek en tekst: Delise, Henk Pool
Als soms de twijfel binnensluipt als een dief in de nacht
en je vrede zomaar steelt en alles overhoop haalt…
Als je van binnen niks meer voelt en van buiten niks meer ziet
en de leegte stil kan zijn…
Als je niet vindt waar je naar zoekt…
Wees niet bang, zeg ik.
Wees niet bang, zeg ik.
Maar besluit te blijven staan.
Geef niet op, zeg ik.
Geef niet op, zeg ik.
Heb de moed er voor te gaan.
Luister niet naar de leugen van de angst.
Want de angst berooft en slaat je lam.
Wees niet bang, zeg ik.
Wees niet bang, zeg ik.
Maar besluit te blijven gaan.
Wat zou je doen, wat zou je doen als je niet bang bent?
Wat zou je doen, wat zou je doen als je niet bang bent?
Er komen goede dingen aan.
Wacht maar af, ik weet het zeker.
Zie jij ze al verschijnen?
Ja, vertrouw maar als een kind.
Wees niet bang, zeg ik.
Wees niet bang, zeg ik.
Maar besluit te blijven staan.
Geef niet op, zeg ik.
Geef niet op, zeg ik.
Heb de moed er voor te gaan.
Luister niet naar de leugen van de angst.
Want de angst berooft en slaat je lam.
Wees niet bang, zeg ik.
Wees niet bang, zeg ik.
Maar besluit te blijven staan.
Wat zou je doen, wat zou je doen als je niet bang bent? Bang bent, bang bent.
Wat zou je doen, wat zou je doen als je niet bang bent? Bang bent, bang bent. (2x)
Kleine dingen
Kijk, hier ben ik. Dit is wat ik heb.
Het is niet zo veel. Maar alles wat ik geven kan.
Dit is het dan.
Gebruik het maar. Gebruik het helemaal.
Ik wacht wel af.
‘n Beetje bang voor wat me te wachten staat.
Of misschien wel anders gaat.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Zo vaak denk ik: wie ben ik dat U mij gebruiken wilt?
En dan voel ik toch die twijfel weer:
is wat ik heb écht wel goed genoeg?
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Helden i.s.m. JellowZorg
In een wereld die maar door blijft gaan,
waarin stilstaan nooit echt past…
Ben jij al in de weer voor dag en dauw,
is jouw hart van goud jouw kompas.
Jij brengt zoveel meer dan wordt gevraagd.
‘Dat is toch mijn taak?’ Vraag je verrast. Oh.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Oh. Ik wil dat je weet dat wij dat zien.
Zoals een moeder die haar kind omarmt
en met bewogen hart meeleeft,
zo ga jij dag aan dag vol vurigheid.
En zul je er altijd zijn voor wie jou nodig heeft.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet…
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe.
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe. Er zijn zoveel mensen naar je op zoek.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Want dat is wat een held, een held zoals jij,
een held die er staat en die er voor gaat helemaal verdient.
Stil val
Volop in de rush van het moment. Maar ik kan het aan, ben het gewend. Hoe meer je aan mij vraagt, hoe meer ik geef. Oh.
En zo moet het zijn, want dat is goed. Alles mag en alles moet. Je bent wat je beleeft, zo blijft het leuk.
Je mag alles worden wat je wilt, zolang je maar geen tijd verspilt.
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wat kan er gebeuren als ik stop? Pak ik het ooit dan wel weer op? Of maakt het me vrij en wil ik meer, altijd meer?
Als ik nu mijn beurt voorbij laat gaan, is het dan opgestaan, plaats vergaan? Ben ik maar alleen wat ik beleef?
Wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wie heeft gezegd dat ik rennen moet? Het altijd maar weer beter moet? De lat steeds ietsje hoger moet? Wie heeft dat gezegd? Vanwaar dan toch die grote haast, komt de eerste niet gewoon het laatst? Voor stil zijn is het nooit te laat. Dus stop. Wees stil.
Wat nou als ik, wat nou als ik… Stil val?
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Bladzijde 1
Weer aanbeland bij bladzijde 1.
Opnieuw beginnen, maar wel anders dan voorheen.
Ik heb heus getreurd, even stil blijven staan.
Maar binnen in mij groeide kracht om door te gaan.
En ik ben niet echt veranderd, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 21 kijk ik weer vooruit.
Het gaat beter dan voorheen.
Talloze kansen kom ik tegen onderweg.
Zo voor het grijpen, de één nog mooier dan de rest.
Laat mij maar bouwen, laat mij maar gaan.
Ik denk dat ik nu wel weet hoe ik weer op moet staan.
En ik ben niet iemand anders, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 31 ben ik niet alleen.
Het gaat beter dan voorheen.
‘Tuurlijk was het mooi geweest als het in één keer was gegaan.
Maar ik krijg een tweede kans, dus die pak ik heel graag aan.
En ik schrijf een heel nieuw hoofdstuk, begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 41 ben ik er wel uit…
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Laat de rest maar komen, want mijn boek is nog niet uit.
Ik schrijf wel honderduit.
Dat doe je goed
Steeds weer als ik de kustlijn zie,
dat gevoel van bijna thuis zijn.
Bijna thuis zijn.
Vanuit het kleine vliegtuigraam
zie ik de steden en de dorpen.
Hier ben ik geboren.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
En ik voel de vliegtuigwielen op de grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Gate 22, wij staan stil.
Het vliegtuig leeg, het land iets voller.
Ik en mijn koffer.
Hoe vertrouwd kan al die drukte zijn.
Volle wegen, volle trein.
En even langs de Albert Heijn.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
Want ik voel me thuis op die vertrouwde grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
En binnen 10 minuten zie ik weer wat er aan schort.
Je bent het paradijs niet, je schiet zo vaak te kort.
Maar als het regent, als het stormt,
Ben je nooit gebroken.
Kom je altijd boven.
Je komt altijd boven.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Mis je mij?
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan de dagen, verloren aan het strand?
Weggespoeld door de golven.
Mis je mij, mis je mij?
Zie je mij, zie je mij wel eens?
Zie je mij jou passeren?
Ook als ik het niet was of denk je daar nooit aan?
Zie je mij, zie je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Mis je mij?
Zoek je mij, zoek je mij wel eens?
Een verloren foto achter de spiegel.
Of de groetjes van een vriend die je lang niet had gesproken.
Zoek je mij, zoek je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Als ik eigenlijk niet wil weten dat het ooit zo anders.
Ik leef wel door en huil niet meer.
Maak je maar druk om mij, ik red me wel.
Maar diep in mij vraag ik me af of jij niet voelt wat ik ook voel nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan alle tijden dat we niet hoefden te praten of te zwijgen?
Dit jaar
Ik zie hoe ze vervagen.
Die dromen waren eens mijn thuis.
Er zijn tranen, er zijn vragen.
Er zijn plannen doorgekruist.
Was het een illusie die ik heb nagejaagd?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Ik heb me wel vermaakt.
Het was me aangenaam.
En heb ik echt gelachen?
Jawel, maar niemand riep mijn naam.
Was het een illusie, een tocht door niemandsland?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Want is dit het nu, was dit het waard?
Wat blijft er staan als straks een nieuwe morgen in zal gaan?
Zal wat ik heb en ben geweest voldoende zijn, voldoende zijn?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Hij geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Klein zusje
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je stiekem had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Toen je hem met zo’n goedkoop boeketje daar zag staan.
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je zeker had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Je hebt ‘m als vanzelf en zomaar binnen laten gaan.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Hij bleef niet slapen, tenminste niet de hele lange nacht.
Hij werd namelijk gewoon in zijn eigen bed verwachten.
Waar zij maar lag te malen over waar hij was.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Maar je weet, ik laat je niet vallen.
Ook al zit je met je handen in het haar.
Ik kijk naar jou en ik weet zeker: jij bent zoveel meer, zoveel meer waard.
Jij bent zoveel, zoveel meer…
Wat dacht je nou, hm?
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Dacht je écht dat dit wat worden zou?
Kom op, wat denk je nou?
Kom op, wat dacht je nou?
Wat je doet ft. MaddoC
Het is mooi weer, het dak mag open.
Haren in de wind en de koffers achterin.
De snelweg leeg, een hoofd vol dromen.
Alles ingepakt voor een nieuw begin.
Daar ga je dan.
Zonder echt een doel zoek je een weg.
Gewoon, op je gevoel.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
De laatste veerpont van vanavond.
Je rijdt langzaam van het land, er is nog plek genoeg.
Dus ik zeg: je bent nu dichterbij.
Je bent op weg, naar waar je graag wilt zijn.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet waar je gaat.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Ja, want ik kies niet de makkelijke weg.
En dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Maar ik ben op de bres gaan staan voor mezelf, kid.
Omdat jij veel meer aan mij hebt als ik lekker in m’n vel zit.
Ik zie een haven aan de horizon verschijnen.
En ik mijmer over rijden over eindeloze vlaktes,
waar de tijd niet begrenst.
Waar niemand mij kent.
En voor het eerst voel ik echt dat ik mezelf ben.
Dus ik maak een nieuwe start.
En het komt goed, het komt goed.
Schuil bij mij
Hoe ver denk je nog te kunnen lopen?
De tijd die jaagt, je staat nooit stil.
Je verloor jezelf en nu kun je slechts hopen dat je ooit komt waar je wilt.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Hoe lang denk je nog te kunnen rennen?
Je benen broos, je adem stokt.
Een hoofd vol stemmen die je steeds vertellen dat het altijd beter moet.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Kleine dingen
Kijk, hier ben ik. Dit is wat ik heb.
Het is niet zo veel. Maar alles wat ik geven kan.
Dit is het dan.
Gebruik het maar. Gebruik het helemaal.
Ik wacht wel af.
‘n Beetje bang voor wat me te wachten staat.
Of misschien wel anders gaat.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Zo vaak denk ik: wie ben ik dat U mij gebruiken wilt?
En dan voel ik toch die twijfel weer:
is wat ik heb écht wel goed genoeg?
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Helden i.s.m. JellowZorg
In een wereld die maar door blijft gaan,
waarin stilstaan nooit echt past…
Ben jij al in de weer voor dag en dauw,
is jouw hart van goud jouw kompas.
Jij brengt zoveel meer dan wordt gevraagd.
‘Dat is toch mijn taak?’ Vraag je verrast. Oh.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Oh. Ik wil dat je weet dat wij dat zien.
Zoals een moeder die haar kind omarmt
en met bewogen hart meeleeft,
zo ga jij dag aan dag vol vurigheid.
En zul je er altijd zijn voor wie jou nodig heeft.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet…
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe.
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe. Er zijn zoveel mensen naar je op zoek.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Want dat is wat een held, een held zoals jij,
een held die er staat en die er voor gaat helemaal verdient.
Overwinnen
Zeg eens, weet jij waar de zee begint?
Daar in de diepte, weet jij wat zich daar bevindt?
Kun jij bevatten of begrijpen hoe geweldig groot zij is?
En ken jij, ken jij de oorsprong van de wind?
Weet jij hoe zij haar weg steeds weer vindt?
Want ze is koppig, eigenzinnig en geen mens houdt haar in toom.
Ik weet toch wie je bent?
Ik weet toch wie jij bent?
Als Ik de zee kan laten zwijgen en de wind Mij kan verstaan, weet dan dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
Zeg, wie plaatst de bloemen buiten in het veld?
En wie heeft hun blaadjes zo zorgvuldig geteld?
En wie schilderde hun kleuren tot een mooi en groot boeket?
Wie laat de vogels vliegen, hoger dan een mens kan zien?
En wie geeft hun klanken en hun melodie?
Wie geeft ze eten en wie zorgt dat ze veilig zijn?
Ik weet toch wie je bent?
Mij is niets onbekend, oh.
En Ik ben erbij, geef je onrust aan Mij. Oh.
Want als Ik de vogels al zo koester en de bloemen met zorg maak, weet dan dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
Verbonden ft. Elbert Smelt
Je zoekt en je struikelt, je wankelt, je vecht om toch weer door te gaan.
Je weet het heel zeker, maar dan toch; de twijfel klopt gewoon weer aan.
Als het lijkt of Ik ver weg ben; ga gewoon. En weet: Ik zal er zijn.
Ik zal er zijn, voor eeuwig en altijd.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met jou ben Ik verbonden.
Vertrouw Me net zoals die vogel, zwevend op de woeste wind.
Die gewoon zich mee laat voeren, naar een plek die Ik voor hem bedacht.
Naar een plek waar vrede op hem wacht.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met Mij ben jij verbonden.
Als de morgen angst aanjaagt.
En gisteren doet je nog steeds pijn.
Kijk omhoog en weet: Ik zal er zijn.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je. Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk zijn wij verbonden.
Oh. Verbonden. Oh. Verbonden.
Spreid je vleugels ft. De Rechtstaat
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Jij hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten
Ga je lopen over water of dromen over later?
Nee, niet piepen om te springen in het diepe
Er liggen schatten op de bodem van de krater
Zie dat angst verdwijnt als jij je vleugels spreidt
Geen goed gelezen boek blijft kreukelvrij
Alles wat de Here deed, dat kunnen wij
Maar wat is de en wie is je hulplijn?
Twijfel niet bij het doen van het goede
Zolang Jezus maar het doel is van je route
Neem jij per ongeluk een keer een foute afslag
Leidt Hij je terug naar de weg en neemt je last af
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Als jij je vleugels spreidt
Dan ben Ik erbij
Ik zal je dragen
Ik weet dat jij altijd zeker weten wilt
Durf je te vertrouwen, stap voor stap?
Ik laat jou niet los al ben Ik even stil
Ga nou maar, en vertrouw Me
Wees niet bang voor die reus op je pad
Wees niet bang voor die breuk in je hart
Wees niet bang voor die kreuk in je pak
Ik ben dichtbij
Wees niet bang voor die reus op je pad
Wees niet bang voor die breuk in je hart
Wees niet bang voor die kreuk in je pak
Ik ben dichtbij
Je hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten
Maak de juiste keuze ook als God niets zegt
Lopen over water of dromen laten varen
Sla je vleugels uit en de angst vliegt weg
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Als jij je vleugels spreidt
Dan ben Ik erbij
Ik zal je dragen.
Stil val
Volop in de rush van het moment. Maar ik kan het aan, ben het gewend. Hoe meer je aan mij vraagt, hoe meer ik geef. Oh.
En zo moet het zijn, want dat is goed. Alles mag en alles moet. Je bent wat je beleeft, zo blijft het leuk.
Je mag alles worden wat je wilt, zolang je maar geen tijd verspilt.
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wat kan er gebeuren als ik stop? Pak ik het ooit dan wel weer op? Of maakt het me vrij en wil ik meer, altijd meer?
Als ik nu mijn beurt voorbij laat gaan, is het dan opgestaan, plaats vergaan? Ben ik maar alleen wat ik beleef?
Wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wie heeft gezegd dat ik rennen moet? Het altijd maar weer beter moet? De lat steeds ietsje hoger moet? Wie heeft dat gezegd? Vanwaar dan toch die grote haast, komt de eerste niet gewoon het laatst? Voor stil zijn is het nooit te laat. Dus stop. Wees stil.
Wat nou als ik, wat nou als ik… Stil val?
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Bladzijde 1
Weer aanbeland bij bladzijde 1.
Opnieuw beginnen, maar wel anders dan voorheen.
Ik heb heus getreurd, even stil blijven staan.
Maar binnen in mij groeide kracht om door te gaan.
En ik ben niet echt veranderd, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 21 kijk ik weer vooruit.
Het gaat beter dan voorheen.
Talloze kansen kom ik tegen onderweg.
Zo voor het grijpen, de één nog mooier dan de rest.
Laat mij maar bouwen, laat mij maar gaan.
Ik denk dat ik nu wel weet hoe ik weer op moet staan.
En ik ben niet iemand anders, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 31 ben ik niet alleen.
Het gaat beter dan voorheen.
‘Tuurlijk was het mooi geweest als het in één keer was gegaan.
Maar ik krijg een tweede kans, dus die pak ik heel graag aan.
En ik schrijf een heel nieuw hoofdstuk, begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 41 ben ik er wel uit…
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Laat de rest maar komen, want mijn boek is nog niet uit.
Ik schrijf wel honderduit.
Dat doe je goed
Steeds weer als ik de kustlijn zie,
dat gevoel van bijna thuis zijn.
Bijna thuis zijn.
Vanuit het kleine vliegtuigraam
zie ik de steden en de dorpen.
Hier ben ik geboren.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
En ik voel de vliegtuigwielen op de grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Gate 22, wij staan stil.
Het vliegtuig leeg, het land iets voller.
Ik en mijn koffer.
Hoe vertrouwd kan al die drukte zijn.
Volle wegen, volle trein.
En even langs de Albert Heijn.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
Want ik voel me thuis op die vertrouwde grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
En binnen 10 minuten zie ik weer wat er aan schort.
Je bent het paradijs niet, je schiet zo vaak te kort.
Maar als het regent, als het stormt,
Ben je nooit gebroken.
Kom je altijd boven.
Je komt altijd boven.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Mis je mij?
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan de dagen, verloren aan het strand?
Weggespoeld door de golven.
Mis je mij, mis je mij?
Zie je mij, zie je mij wel eens?
Zie je mij jou passeren?
Ook als ik het niet was of denk je daar nooit aan?
Zie je mij, zie je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Mis je mij?
Zoek je mij, zoek je mij wel eens?
Een verloren foto achter de spiegel.
Of de groetjes van een vriend die je lang niet had gesproken.
Zoek je mij, zoek je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Als ik eigenlijk niet wil weten dat het ooit zo anders.
Ik leef wel door en huil niet meer.
Maak je maar druk om mij, ik red me wel.
Maar diep in mij vraag ik me af of jij niet voelt wat ik ook voel nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan alle tijden dat we niet hoefden te praten of te zwijgen?
Dit jaar
Ik zie hoe ze vervagen.
Die dromen waren eens mijn thuis.
Er zijn tranen, er zijn vragen.
Er zijn plannen doorgekruist.
Was het een illusie die ik heb nagejaagd?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Ik heb me wel vermaakt.
Het was me aangenaam.
En heb ik echt gelachen?
Jawel, maar niemand riep mijn naam.
Was het een illusie, een tocht door niemandsland?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Want is dit het nu, was dit het waard?
Wat blijft er staan als straks een nieuwe morgen in zal gaan?
Zal wat ik heb en ben geweest voldoende zijn, voldoende zijn?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Hij geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Klein zusje
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je stiekem had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Toen je hem met zo’n goedkoop boeketje daar zag staan.
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je zeker had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Je hebt ‘m als vanzelf en zomaar binnen laten gaan.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Hij bleef niet slapen, tenminste niet de hele lange nacht.
Hij werd namelijk gewoon in zijn eigen bed verwachten.
Waar zij maar lag te malen over waar hij was.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Maar je weet, ik laat je niet vallen.
Ook al zit je met je handen in het haar.
Ik kijk naar jou en ik weet zeker: jij bent zoveel meer, zoveel meer waard.
Jij bent zoveel, zoveel meer…
Wat dacht je nou, hm?
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Dacht je écht dat dit wat worden zou?
Kom op, wat denk je nou?
Kom op, wat dacht je nou?
Wat je doet ft. MaddoC
Het is mooi weer, het dak mag open.
Haren in de wind en de koffers achterin.
De snelweg leeg, een hoofd vol dromen.
Alles ingepakt voor een nieuw begin.
Daar ga je dan.
Zonder echt een doel zoek je een weg.
Gewoon, op je gevoel.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
De laatste veerpont van vanavond.
Je rijdt langzaam van het land, er is nog plek genoeg.
Dus ik zeg: je bent nu dichterbij.
Je bent op weg, naar waar je graag wilt zijn.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet waar je gaat.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Ja, want ik kies niet de makkelijke weg.
En dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Maar ik ben op de bres gaan staan voor mezelf, kid.
Omdat jij veel meer aan mij hebt als ik lekker in m’n vel zit.
Ik zie een haven aan de horizon verschijnen.
En ik mijmer over rijden over eindeloze vlaktes,
waar de tijd niet begrenst.
Waar niemand mij kent.
En voor het eerst voel ik echt dat ik mezelf ben.
Dus ik maak een nieuwe start.
En het komt goed, het komt goed.
Schuil bij mij
Hoe ver denk je nog te kunnen lopen?
De tijd die jaagt, je staat nooit stil.
Je verloor jezelf en nu kun je slechts hopen dat je ooit komt waar je wilt.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Hoe lang denk je nog te kunnen rennen?
Je benen broos, je adem stokt.
Een hoofd vol stemmen die je steeds vertellen dat het altijd beter moet.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Nu de trein vertrokken is…
Nu de trein vertrokken is, vraag ik me af waar je bent heen gegaan. Hm. ’T is niet alleen dat ik je mis, maar ik denk ook: kom je toch nog ergens aan? Ergens aan… Ik heb je al zo lang gekend, ik heb je uitgezwaaid. Het was weer net als toen. Net als toen… Waar ben jij op dit moment? Met wie ben je en zou je nog steeds hetzelfde doen? Hetzelfde doen.
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
En ik sta hier op het perron en ik heb je nog maar net gedag gekust. Net gedag gekust…
Iemand vraagt me of het gaat. Maar ik hoor mezelf zeggen: “Laat mij maar met rust.”
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
Je bent toch niet verdwenen? Het is toch niet voorbij?
Dat kan ik niet geloven, want ergens of misschien
is er een stad, een land, een plek waar ik je weer zal zien…
Of is er iets, iets en Iemand?
En heeft het eind dan toch een nieuw begin?
Nu de trein vertrokken is, houd ik me vast aan wat ik nu nog niet kan zien.
Kleine dingen
Kijk, hier ben ik. Dit is wat ik heb.
Het is niet zo veel. Maar alles wat ik geven kan.
Dit is het dan.
Gebruik het maar. Gebruik het helemaal.
Ik wacht wel af.
‘n Beetje bang voor wat me te wachten staat.
Of misschien wel anders gaat.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Zo vaak denk ik: wie ben ik dat U mij gebruiken wilt?
En dan voel ik toch die twijfel weer:
is wat ik heb écht wel goed genoeg?
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
U laat me niet los, U laat me niet los.
En dat is alles wat ik nodig heb.
Ik kom bij U met wat kleine, kleine dingen:
een beetje talent en een handjevol tijd.
Maar het wonder zit ‘m niet in wat ik heb te brengen.
Het wonder zit ‘m daar in wat U, wat U ermee bereikt.
Helden i.s.m. JellowZorg
In een wereld die maar door blijft gaan,
waarin stilstaan nooit echt past…
Ben jij al in de weer voor dag en dauw,
is jouw hart van goud jouw kompas.
Jij brengt zoveel meer dan wordt gevraagd.
‘Dat is toch mijn taak?’ Vraag je verrast. Oh.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Oh. Ik wil dat je weet dat wij dat zien.
Zoals een moeder die haar kind omarmt
en met bewogen hart meeleeft,
zo ga jij dag aan dag vol vurigheid.
En zul je er altijd zijn voor wie jou nodig heeft.
Je bent het anker als alles lijkt te wankelen.
Je zet koers op volle zee.
Iets wat ik zeker weet…
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe.
Als de wal het schip eens keert in tijd van storm en regen.
Wordt dan niet moe. Er zijn zoveel mensen naar je op zoek.
Iets wat ik zeker weet: waar de moed ontbreekt,
ga jij door en je twijfelt niet.
Dat is geen kleine zaak, maar een heldentaak.
Want dat is wat een held, een held zoals jij,
een held die er staat en die er voor gaat helemaal verdient.
Overwinnen
Zeg eens, weet jij waar de zee begint?
Daar in de diepte, weet jij wat zich daar bevindt?
Kun jij bevatten of begrijpen hoe geweldig groot zij is?
En ken jij, ken jij de oorsprong van de wind?
Weet jij hoe zij haar weg steeds weer vindt?
Want ze is koppig, eigenzinnig en geen mens houdt haar in toom.
Ik weet toch wie je bent?
Ik weet toch wie jij bent?
Als Ik de zee kan laten zwijgen en de wind Mij kan verstaan, weet dan dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
Zeg, wie plaatst de bloemen buiten in het veld?
En wie heeft hun blaadjes zo zorgvuldig geteld?
En wie schilderde hun kleuren tot een mooi en groot boeket?
Wie laat de vogels vliegen, hoger dan een mens kan zien?
En wie geeft hun klanken en hun melodie?
Wie geeft ze eten en wie zorgt dat ze veilig zijn?
Ik weet toch wie je bent?
Mij is niets onbekend, oh.
En Ik ben erbij, geef je onrust aan Mij. Oh.
Want als Ik de vogels al zo koester en de bloemen met zorg maak, weet dan dat Ik ook al jouw moeite samen met jou zal doorstaan.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
En we overwinnen, winnen, winnen.
We overwinnen, winnen, winnen.
Verbonden ft. Elbert Smelt
Je zoekt en je struikelt, je wankelt, je vecht om toch weer door te gaan.
Je weet het heel zeker, maar dan toch; de twijfel klopt gewoon weer aan.
Als het lijkt of Ik ver weg ben; ga gewoon. En weet: Ik zal er zijn.
Ik zal er zijn, voor eeuwig en altijd.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met jou ben Ik verbonden.
Vertrouw Me net zoals die vogel, zwevend op de woeste wind.
Die gewoon zich mee laat voeren, naar een plek die Ik voor hem bedacht.
Naar een plek waar vrede op hem wacht.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk met Mij ben jij verbonden.
Als de morgen angst aanjaagt.
En gisteren doet je nog steeds pijn.
Kijk omhoog en weet: Ik zal er zijn.
Want waar je gaat, Ik ben er bij.
Ik wil zonder jou niet verder.
Ik ga altijd voor je uit en Ik volg je. Ik volg je.
Zoals jouw schaduw bij je blijft, wil Ik zonder jou niet verder.
Onlosmakelijk zijn wij verbonden.
Oh. Verbonden. Oh. Verbonden.
Spreid je vleugels ft. De Rechtstaat
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Jij hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten
Ga je lopen over water of dromen over later?
Nee, niet piepen om te springen in het diepe
Er liggen schatten op de bodem van de krater
Zie dat angst verdwijnt als jij je vleugels spreidt
Geen goed gelezen boek blijft kreukelvrij
Alles wat de Here deed, dat kunnen wij
Maar wat is de en wie is je hulplijn?
Twijfel niet bij het doen van het goede
Zolang Jezus maar het doel is van je route
Neem jij per ongeluk een keer een foute afslag
Leidt Hij je terug naar de weg en neemt je last af
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Als jij je vleugels spreidt
Dan ben Ik erbij
Ik zal je dragen
Ik weet dat jij altijd zeker weten wilt
Durf je te vertrouwen, stap voor stap?
Ik laat jou niet los al ben Ik even stil
Ga nou maar, en vertrouw Me
Wees niet bang voor die reus op je pad
Wees niet bang voor die breuk in je hart
Wees niet bang voor die kreuk in je pak
Ik ben dichtbij
Wees niet bang voor die reus op je pad
Wees niet bang voor die breuk in je hart
Wees niet bang voor die kreuk in je pak
Ik ben dichtbij
Je hoeft niet bang te zijn het bootje te verlaten
Maak de juiste keuze ook als God niets zegt
Lopen over water of dromen laten varen
Sla je vleugels uit en de angst vliegt weg
Spreid je vleugels
En vertrouw op Mij
En vergeet niet wie Ik ben
Durf te zweven
Want dat maakt je vrij
Ik weet wat jij nodig hebt
Als jij je vleugels spreidt
Dan ben Ik erbij
Ik zal je dragen.
Stil val
Volop in de rush van het moment. Maar ik kan het aan, ben het gewend. Hoe meer je aan mij vraagt, hoe meer ik geef. Oh.
En zo moet het zijn, want dat is goed. Alles mag en alles moet. Je bent wat je beleeft, zo blijft het leuk.
Je mag alles worden wat je wilt, zolang je maar geen tijd verspilt.
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wat kan er gebeuren als ik stop? Pak ik het ooit dan wel weer op? Of maakt het me vrij en wil ik meer, altijd meer?
Als ik nu mijn beurt voorbij laat gaan, is het dan opgestaan, plaats vergaan? Ben ik maar alleen wat ik beleef?
Wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Wie heeft gezegd dat ik rennen moet? Het altijd maar weer beter moet? De lat steeds ietsje hoger moet? Wie heeft dat gezegd? Vanwaar dan toch die grote haast, komt de eerste niet gewoon het laatst? Voor stil zijn is het nooit te laat. Dus stop. Wees stil.
Wat nou als ik, wat nou als ik… Stil val?
Maar wat nou als ik stil val, stil val? Ben ik dan getekend, komt het niet meer goed dan als ik stil val, stil val? Oh. Wat nou als ik stil val, stil val? Heb ik dan verloren voor ik ben begonnen als ik stil val, stil val? Oh.
Bladzijde 1
Weer aanbeland bij bladzijde 1.
Opnieuw beginnen, maar wel anders dan voorheen.
Ik heb heus getreurd, even stil blijven staan.
Maar binnen in mij groeide kracht om door te gaan.
En ik ben niet echt veranderd, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 21 kijk ik weer vooruit.
Het gaat beter dan voorheen.
Talloze kansen kom ik tegen onderweg.
Zo voor het grijpen, de één nog mooier dan de rest.
Laat mij maar bouwen, laat mij maar gaan.
Ik denk dat ik nu wel weet hoe ik weer op moet staan.
En ik ben niet iemand anders, ik begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 31 ben ik niet alleen.
Het gaat beter dan voorheen.
‘Tuurlijk was het mooi geweest als het in één keer was gegaan.
Maar ik krijg een tweede kans, dus die pak ik heel graag aan.
En ik schrijf een heel nieuw hoofdstuk, begin van vooraf aan.
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Vanaf bladzijde 41 ben ik er wel uit…
Vanaf bladzijde 1, vanaf bladzijde 1.
Laat de rest maar komen, want mijn boek is nog niet uit.
Ik schrijf wel honderduit.
Dat doe je goed
Steeds weer als ik de kustlijn zie,
dat gevoel van bijna thuis zijn.
Bijna thuis zijn.
Vanuit het kleine vliegtuigraam
zie ik de steden en de dorpen.
Hier ben ik geboren.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
En ik voel de vliegtuigwielen op de grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Gate 22, wij staan stil.
Het vliegtuig leeg, het land iets voller.
Ik en mijn koffer.
Hoe vertrouwd kan al die drukte zijn.
Volle wegen, volle trein.
En even langs de Albert Heijn.
Ik wil overal heen, als ik hier maar terugkom.
Want ik voel me thuis op die vertrouwde grond.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
En binnen 10 minuten zie ik weer wat er aan schort.
Je bent het paradijs niet, je schiet zo vaak te kort.
Maar als het regent, als het stormt,
Ben je nooit gebroken.
Kom je altijd boven.
Je komt altijd boven.
Hier stond mijn wieg.
Kreeg ik mijn naam.
Leerde ik het leven te verstaan (verstaan).
Vanuit hier kan ik de wereld aan.
Durf ik mezelf te laten gaan (te gaan).
Jij bent er altijd nog.
Dat doe je goed.
Mis je mij?
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan de dagen, verloren aan het strand?
Weggespoeld door de golven.
Mis je mij, mis je mij?
Zie je mij, zie je mij wel eens?
Zie je mij jou passeren?
Ook als ik het niet was of denk je daar nooit aan?
Zie je mij, zie je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Mis je mij?
Zoek je mij, zoek je mij wel eens?
Een verloren foto achter de spiegel.
Of de groetjes van een vriend die je lang niet had gesproken.
Zoek je mij, zoek je mij?
Oh, ik zou wel willen weten of jij je wel eens omdraait en even naar ons lacht.
Oh, ik ben je niet vergeten als ik staar naar de wolken en heel soms op je wacht.
Als ik eigenlijk niet wil weten dat het ooit zo anders.
Ik leef wel door en huil niet meer.
Maak je maar druk om mij, ik red me wel.
Maar diep in mij vraag ik me af of jij niet voelt wat ik ook voel nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Nu dit verhaal nooit echt is afgeschreven.
Mis je mij, mis je mij wel eens?
Denk je terug aan alle tijden dat we niet hoefden te praten of te zwijgen?
Dit jaar
Ik zie hoe ze vervagen.
Die dromen waren eens mijn thuis.
Er zijn tranen, er zijn vragen.
Er zijn plannen doorgekruist.
Was het een illusie die ik heb nagejaagd?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Ik heb me wel vermaakt.
Het was me aangenaam.
En heb ik echt gelachen?
Jawel, maar niemand riep mijn naam.
Was het een illusie, een tocht door niemandsland?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Want is dit het nu, was dit het waard?
Wat blijft er staan als straks een nieuwe morgen in zal gaan?
Zal wat ik heb en ben geweest voldoende zijn, voldoende zijn?
Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Hij geeft het antwoord, want ik weet het niet.
Klein zusje
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je stiekem had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Toen je hem met zo’n goedkoop boeketje daar zag staan.
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je zeker had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Je hebt ‘m als vanzelf en zomaar binnen laten gaan.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Hij bleef niet slapen, tenminste niet de hele lange nacht.
Hij werd namelijk gewoon in zijn eigen bed verwachten.
Waar zij maar lag te malen over waar hij was.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Maar je weet, ik laat je niet vallen.
Ook al zit je met je handen in het haar.
Ik kijk naar jou en ik weet zeker: jij bent zoveel meer, zoveel meer waard.
Jij bent zoveel, zoveel meer…
Wat dacht je nou, hm?
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Dacht je écht dat dit wat worden zou?
Kom op, wat denk je nou?
Kom op, wat dacht je nou?
Wat je doet ft. MaddoC
Het is mooi weer, het dak mag open.
Haren in de wind en de koffers achterin.
De snelweg leeg, een hoofd vol dromen.
Alles ingepakt voor een nieuw begin.
Daar ga je dan.
Zonder echt een doel zoek je een weg.
Gewoon, op je gevoel.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
De laatste veerpont van vanavond.
Je rijdt langzaam van het land, er is nog plek genoeg.
Dus ik zeg: je bent nu dichterbij.
Je bent op weg, naar waar je graag wilt zijn.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet wat je doet.
Wat je wilt, wat je zegt, wat je vraagt, je verlangt, wat je maakt, wie je bent, wat je raakt.
En je geeft en je deelt en je bent wie je bent. Jij weet waar je gaat.
Ga, je nieuwe leven wacht.
En wat je ook verwacht.
Ik hoop dat het zal brengen wat je wilt.
Dus ik zeg ga, maak een nieuw begin.
Je nieuwe leven in, het komt wel goed.
Want jij weet wat je doet.
Ja, want ik kies niet de makkelijke weg.
En dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Maar ik ben op de bres gaan staan voor mezelf, kid.
Omdat jij veel meer aan mij hebt als ik lekker in m’n vel zit.
Ik zie een haven aan de horizon verschijnen.
En ik mijmer over rijden over eindeloze vlaktes,
waar de tijd niet begrenst.
Waar niemand mij kent.
En voor het eerst voel ik echt dat ik mezelf ben.
Dus ik maak een nieuwe start.
En het komt goed, het komt goed.
Schuil bij mij
Hoe ver denk je nog te kunnen lopen?
De tijd die jaagt, je staat nooit stil.
Je verloor jezelf en nu kun je slechts hopen dat je ooit komt waar je wilt.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Hoe lang denk je nog te kunnen rennen?
Je benen broos, je adem stokt.
Een hoofd vol stemmen die je steeds vertellen dat het altijd beter moet.
Weet je nog, de zomers duurden langer?
Waar is nu dat onbevangen kind?
Vol vertrouwen, passie en verlangen.
Dat nu de weg niet meer terugvindt.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Schuil bij mij, schuil bij mij, je hoeft meer te winnen, huil bij mij.
Diep van binnen wil je opnieuw beginnen.
Je hoeft niet meer te winnen.
Leg je handen in de mijne.
Schuil bij mij.
Nu de trein vertrokken is…
Nu de trein vertrokken is, vraag ik me af waar je bent heen gegaan. Hm. ’T is niet alleen dat ik je mis, maar ik denk ook: kom je toch nog ergens aan? Ergens aan… Ik heb je al zo lang gekend, ik heb je uitgezwaaid. Het was weer net als toen. Net als toen… Waar ben jij op dit moment? Met wie ben je en zou je nog steeds hetzelfde doen? Hetzelfde doen.
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
En ik sta hier op het perron en ik heb je nog maar net gedag gekust. Net gedag gekust…
Iemand vraagt me of het gaat. Maar ik hoor mezelf zeggen: “Laat mij maar met rust.”
“Nee, er is niets, er is niets.” Dat is wat je zei.
“Er is geen einde, geen begin.
Nee, er is niets, niemand, geen bestemming.
Het heeft allemaal geen zin. Het heeft geen zin.”
Je bent toch niet verdwenen? Het is toch niet voorbij?
Dat kan ik niet geloven, want ergens of misschien
is er een stad, een land, een plek waar ik je weer zal zien…
Of is er iets, iets en Iemand?
En heeft het eind dan toch een nieuw begin?
Nu de trein vertrokken is, houd ik me vast aan wat ik nu nog niet kan zien.