Dit jaar

Ik zie hoe ze vervagen.
Die dromen waren eens mijn thuis.
Er zijn tranen, er zijn vragen.
Er zijn plannen doorgekruist.
Was het een illusie die ik heb nagejaagd?

Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.

Ik heb me wel vermaakt.
Het was me aangenaam.
En heb ik echt gelachen?
Jawel, maar niemand riep mijn naam.
Was het een illusie, een tocht door niemandsland?

Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Wie geeft het antwoord, want ik weet het niet.

Want is dit het nu, was dit het waard?
Wat blijft er staan als straks een nieuwe morgen in zal gaan?
Zal wat ik heb en ben geweest voldoende zijn, voldoende zijn?

Ik kijk over mijn schouder naar wat ik wil onthouden.
Maar wat verloren gaat en met de tijd vervliegt.
Ik kijk met hoop naar morgen, wie zal er voor mij zorgen?
Wie zal er voor mij zijn?
Wat ligt er in ’t verschiet?
Hij geeft het antwoord, want ik weet het niet.