Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je stiekem had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Toen je hem met zo’n goedkoop boeketje daar zag staan.
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Geen onbekende, maar iemand die je zeker had verwacht.
Je hebt open gedaan, de deur heel wijd open gedaan.
Je hebt ‘m als vanzelf en zomaar binnen laten gaan.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Hee klein zusje, ik hoor je hebt bezoek gehad vannacht.
Hij bleef niet slapen, tenminste niet de hele lange nacht.
Hij werd namelijk gewoon in zijn eigen bed verwachten.
Waar zij maar lag te malen over waar hij was.
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Kom op, wat denk je nou?
Maar je weet, ik laat je niet vallen.
Ook al zit je met je handen in het haar.
Ik kijk naar jou en ik weet zeker: jij bent zoveel meer, zoveel meer waard.
Jij bent zoveel, zoveel meer…
Wat dacht je nou, hm?
Duizend beloftes.
Duizend beloftes deed ‘ie jou.
Beloftes bij een goed glas wijn en dan een glad verhaal.
Hoe dan dacht je dat dit werken zou?
Dacht je écht dat dit wat worden zou?
Kom op, wat denk je nou?
Kom op, wat dacht je nou?